Bier proeven doe je zo

bier proeven

Bier proeven en bier drinken is een groot verschil. Daarom wil ik jullie in dit artikel tonen, enfin leren hoe je nu eigenlijk van bier drinken naar bier proeven gaat en hoe dat allemaal in zijn werk gaat. Iedereen kan leren bier proeven, het is een kwestie van oefenen (hoe leuk is dat!) en ontdekken. Tevens gaan we aandacht schenken aan hoe je brouwfouten kan ontdekken in bier, want die kan je soms vaker tegenkomen dan je denkt zonder het eigenlijk te weten.

In dit artikel gaan we volledig in op het gehele aspect van bier proeven, van het uitzicht tot de afdronk en vooral ook hoe het nu komt dat een bier grote of fijne belletjes heeft en dat schuim er op komt en wat het zegt over het bier, waar die aroma’s vandaan komen en hoe die te omschrijven, de smaak en hoe we dat geheel uiteindelijk omzetten op een proeffiche die op het einde staat.. Om het kort te zeggen, tijd om bier te leren proeven als een echte zytholoog.

Alvast veel leesplezier!

BIER PROEVEN BEGINT MET HET JUISTE GLAS

Waar het eigenlijk allemaal mee begint is het juist glas om te proeven. Bier drinken of degusteren doe je bij voorkeur uit het glas dat de brouwerij heeft gekozen om zijn bieren in te serveren, toch zeker bij klassieke (trappisten)bieren.
Dat glas hoort dan ook echt bij dat bier, maar de laatste tijd brengen -vooral de nieuwe brouwerijen- veel verschillende stijlen in bier uit waardoor het glas eigenlijk nooit perfect kan zijn voor het bier. Toegegeven, het is ook financieel niet haalbaar om per bierstijl een glas te laten maken en aanbieden.

bier proeven

Glazen zijn dan ook eigenlijk meer schoonheidsobjecten geworden en de brouwers kiezen vaak het glas dat voor hen het mooiste lijkt en het meeste aanleunt aan de stijl van hun bieren, nl. modern of klassiek.

Om bier te proeven gebruik ik persoonlijk het liefst een Tasting Expert glas van Spiegelau, ontwikkeld om (versterkte) wijnen in te proeven maar even goed voor bieren. Het fijne glas heeft de perfecte vorm om de geuren te centraliseren.

Verder moet het glas vetvrij zijn en perfect proper. Als je grove bellen aan de zijkanten van het glas ziet en een minder mooie schuimkraag die inzakt is dat een teken dat ze niet proper zijn. Ideaal is bierglazenreiniger, deze kan je zeker kopen in de betere bierhandel of zelfs in sommige supermarkten. Met 1 fles kom je al een heel eind en het kost om en bij de €10. En afdrogen doe je met een propere en lichtvochtige viledadoek, of een propere doek die niet pluist.

DE JUISTE TEMPERATUUR EN NOG ENKELE DO’S EN DONT’S

Als je goed bier wil gaan proeven is het van belang dat je eigenlijk niet té veel afleiding hebt en een goede setting. In een lawaaierig café met luide muziek komt dat dus niet goed. Storende geuren als rook van een vuur of tabak, parfum of andere vreemde geuren zijn al zeker niet gewenst.

De temperatuur van het bier is uiteraard ook van groot belang. De basisregel qua serveertemperatuur is : neem het alcoholgehalte en zet die gewoon om in graden celcius plus een erbij. Een pils van 5% dus op 5-6 graden en een tripel van 8%vol. op een graad of 9. Bier warmt namelijk ook op als het in het glas zit dus het bier komt dan nog verder open. Sommige quadrupels of stouts durf ik gerust op 12 graden te serveren.

Bij een bierproeverij hoort ergens gewoon een kaasje en een stukje salami, dat is nu eenmaal zo. Maar je moet er wel bewust van zijn dat die eigenlijk je smaak volledig gaan bedoezelen. Wat altijd kan helpen is om ook wel eens een slokje water tussendoor te nemen na de kaas of salami of een stukje zuiver brood ZONDER boter. Wat nog het allerbelangrijkste is zijn je zintuigen, die moeten (vrij) scherp zijn en liefst niet bedoezeld door té veel alcohol te drinken en zoals eerder al aangehaald niet te veel vettig of geurend eten.

TIJD OM TE PROEVEN.. MET DE OGEN

Bier proeven doe je uiteraard niet alleen met je mond, maar met alle zintuigen, dus ook je ogen. Met die ogen kijken we naar welke kleur het bier heeft, als die al dan niet wazig is, maar ook de schuimkraag en de belletjes.

Er bestaat een hele waaier aan kleuren die je in bier kan terugvinden. Vaak verraadt die al bij sommige bieren de stijl of zelfs smaak. De kleur van een bier zegt wel niets over de kwaliteit maar eerder over de gebruikte ingrediënten of uitzonderlijk de brouwtechniek. Brouwers gaan hun recept opstellen en hun programma gaat zeggen wat het aantal EBC zal zijn van het bier aan de hand van de gebruikte mouten, dat is een afkorting voor European Brewers Convection dat volgens een formule berekend wordt. Elke stijl heeft zowat zijn typerende kleur al kan dat uiteraard afwijken. Witbier gaat van 6 EBC tot een stout van meer dan 300 EBC.

Dat komt omdat tarwemout voor witbier maar een ebc van 5 heeft ongeveer en niet gebrand wordt, terwijl er ook gebrande gerst en chocolademouten zijn met een EBC van 1400. uiteraard mag je daar niet teveel van gebruiken of je krijgt een té gebrande smaak.

Maar wij gaan niet in EBC gaan gokken nee maar gewoon de kleur opschrijven. Hieronder de meest gebruikte kleuren om het bier te beschrijven, aan jou om de intensiteit te gaan bepalen als het een heel intense tint is van die kleur. Daarnaast nog een voorbeeld van bier bij elke kleur.

BLEEKBLOND Hoegaarden

BLOND Westmalle Tripel

GOUDBLOND Omer, Duvel

AMBERKLEURIG Palm

KOPERKLEURIG Red ale, Omer Brut Nature

BRUIN Brugse zot bruin

ROOD Kriek Max

ROODBRUIN Rodenbach

DONKER BRUIN Rochefort 10

ZWART Guinness

Hoe ziet het bier er verder uit?

Of een bier wazig is of helder komt van het feit als een bier gefilterd is of niet en hangt ook deels van de graansoorten af. Een pils is kraakhelder door filtering alsook bieren van hele grote brouwerijen omdat die kunnen investeren in een filter. Wazige bieren zijn daarom niet minder van kwaliteit. Een witbier is bijvoorbeeld ook wazig door de grote hoeveelheid tarwe dat veel eiwitten bevat en zich met de polyfenolen verbindt.

Ambachtelijk bier zal uiteindelijk meer wazig zijn door niet te filteren maar ook door bepaalde temperaturen niet te halen bij de lagering. Een bier kan ook troebel zijn, bij hergsting wordt over het algemeen een kleefgist gebruikt die na gisting op de bodem blijft kleven maar er zijn ook gisten die blijven rondzweven.

Helderheid van bier duiden we aan met helder, licht wazig, wazig of troebel

De pareling van het bier is ook iets wat waar te nemen is met het oog, de hoeveelheid belletjes en de grootte ervan. Het CO2 gehalte wordt bepaald door het aantal suiker dat voor de hergisting gebruikt werd of in het geval van sommige meer industriële bieren en bieren van het vat hoeveel CO2 er wordt opgestoken. Zo zal een tripel vaak meer CO2 gegeven worden om tegenover dat hogere alcoholgehalte toch meer frisheid te zetten. Ook een Duvel wordt bijvoorbeeld hoger gesatureerd.

De pareling omschrijven we met sterk, zwak of matig

bron : beerwulf.com

Alles over de schuimkraag

Ook de schuimkraag heeft iets te vertellen, hoe grof of hoe fijn die is. Daarom is een perfect proper glas bij bier proeven en eigenlijk altijd belangrijk omdat het schuim veel afhangt daarvan. Een mooie schuimkraag op bier is belangrijk om het koolzuurgas langer in het bier te houden en het zo dus langer verfrissend te houden. Het schuim is afkomstig van de middelgrote eiwitten die niet neerslaan tijdens het koken en meegenomen worden door het CO2 naar het oppervlak.

De ene gist gaat tijdens de gisting ook al meer eiwitten laten neerslaan dan de andere. En daar bovenop vormt de ene graansoort al meer enzymen dan de andere die het zetmeel afbreken tot eiwitten en suikers. De stabiliteit van het schuim komt door de hop, dus een sterk gehopt bier heeft over het algemeen een steviger schuim en een geuze heeft amper schuim omdat daar overjaarse hop in wordt gebruikt.

De kleur van het schuim hangt af van de ingrediënten uiteraard en zegt niet veel over de kwaliteit. Op fles hergiste bieren zullen iets gekleurder zijn dan bieren die gesatureerd worden zoals Leffe.

De kleur van het schuim is ofwel wit (pils), lichtbeige (westmalle blond), beige (bruine brugse zot), lichtbruin (porters) of bruin (imperial stouts). De structuur van het schuim omschrijven we als grof, middelmatig of fijn/mousse.

TIJD OM DE NEUS BOVEN HET GLAS TE HANGEN

Bij bier proeven komt wat geduld kijken dus gaan we dat direct nog even op de proef stellen. Bier proeven doen we zoals eerder gezegd niet enkel met de mond en ogen maar even goed met de neus, zoniet het belangrijkste instrument bij bier proeven. Want als je in de volgende stap een slokt neemt verdampen al die esters naar je neusholte om daar ook dat aroma waar te nemen. In vakjargon noemen we dat de retronasale aroma’s.

Het ene bier is aromatischer dan het andere, dat hangt allemaal af van de ingrediënten uiteraard en welke brouw/gisttechniek er toegepast werd. Elk ingrediënt heeft invloed op het aroma, zowel het water, de granen, de hop, gist en eventuele kruiden. Sommige geuren kunnen in het ene bier zwak voorkomen en in een ander bier dan sterker dus graderen we bij elk aroma op een schaal van 0-8. 0 is voor afwezig, 2 voor licht aanwezig, 4 voor matig, 6 voor sterk en 8 voor dominant.

Om het al iets makkelijker te maken heb ik een aromawiel opgesteld met vaak voorkomende aroma’s in bier, opgedeeld in categorieën. Waar die aroma’s dan vandaan komen wordt onder de afbeelding volledig verduidelijkt en ook hoe je fouten in bier kan herkennen, want soms kan er al eens iets mislopen. In vaktaal spreken we van OFF-flavours. Sommige kunnen wel gewenst zijn in lichte mate zoals de 4VG waar ik het bij de gist over had.

ALLE INGREDIËNTEN EN HUN INVLOED OP HET AROMA
WATER

Zoals gezegd zijn het alle ingrediënten die het aroma bepalen, zo ook dus het water. De hardheid van het water bepaald de doordrinkbaarheid van bier, kalkarm water geeft zachter bier (pils), hard water is dan beter voor stevigere bieren (trappisten ed.). Maar het is vooral in pils dat het aroma beïnvloed wordt door het water. Veel sulfaten geeft een zwavelige toets, het gebruik van ijzerzouten voor een beter schuim of bepaald bronwater geeft een metaalgeur of veel zouten in het water geven dan weer ziltigheid.

Daarom wordt wel eens gezegd dat pils een van de moeilijkste bieren is om te brouwen omdat je bij het minste een smaakafwijking krijgt.

MOUTEN/GRANEN

Bij veel van mijn bieromschrijvingen zie je vanalles staan over mouten en moutigheid (eigenlijk geen echt woord maar ach wat). In quasi elk bier valt wel wat van de mouten te ruiken bij het bier proeven, daarvoor is het leuk mocht je eens de kans krijgen om bij een brouwer of hobbybrouwer langs te gaan en allerlei mouten te ruiken en proeven. Er bestaat een hele resem aan soorten die elk een ander aroma geven, hoofdzakelijk is dat gemoute gerst maar ook tarwe, rijst, maïs, haver,… kan je detecteren.

Bij pilsbieren is de dominante geur bijna altijd de pilsmout dat je ruikt, een bijna pure graangeur dat aan brood doet denken. Hoe donkerder het bier, hoe meer gekarameliseerde mouten er in zitten en dus karamel of rozijnen je zal ruiken, ook biscuitdeeg kan gelinkt worden aan de mout en dat gaat dan verder tot chocolade of koffiegeuren bij de hele donkere bieren. Geuren van puur zoet graan link ik eerder aan het gebruik van andere gewassen als maïs.

Er bestaat ook iets als rookmouten en geturfde mout, die geven dan een rook- of turfaroma mee zodat het bier een gerookte toets krijgt zoals in bepaalde whiskies of gerookt vlees.

HOP

Een fruitigheid in bier komt hoofdzakelijk van de gebruikte hop en vooral dan bij het gebruik van aromahoppen tijdens of na het koken of bij het lageren. Vaak zijn het de Amerikaanse hopsoorten die de meeste fruitigheid geven, die staan gekend om een geur van tropisch fruit of citrus aan bier te geven. De meer nobele hopsoorten die dan vooral van oorsprong van Tsjechië, Duitsland of België komen geven een eerder lichtkruidige toets of zelfs wat florale geuren. Ook zijn er hopsoorten die bessenaroma’s geven maar even goed ook tabakachtige geuren, dennehout of aardse geuren.

Als de kruidigheid nogal sterk ruikt of meer domineert zal die vermoedelijk niet van de hop komen maar dan eerder door de gist of door de gebruikte kruiden. Meer daarover lees je hieronder.

Een mooi artikel over hop en de aroma’s die je kan merken bij het bier proeven kan je lezen op hopblog.nl

GIST

Gist is zowat dé belangrijkste factor die het aroma gaat bepalen van een bier want aroma wordt namelijk voor het grootste deel gevormd tijdens de gisting en nagisting. Er bestaan veel verschillende gistsoorten die elk hun aroma gaan afgeven. Die gisten worden gemaakt bij labo’s of fabrieken en als je die dan gebruikt weet je quasi welke geuren je kan uitkomen.

Uiteraard is het dan nog altijd wat afhankelijk van welke kruiden, granen , hoppen of andere toevoegingen die je gaat gebruiken die dan bepalen hoe hard die gist nog doorkomt. Er bestaan meer neutrale gisten ook die of de mouten meer laten spreken of zelfs speciale gisten die de hop meer zal laten doorstralen.

Vele brouwerijen hebben hun eigen gist die ze telkens aftappen en hergebruiken om zo hun eigen uniek bier te krijgen en het dus heel moeilijk maakt om ze te imiteren. Steel je een brouwerij hun gist dan is de kans groot dat je hun bier kunt namaken, je moet dan maar gewoon met de andere ingrediënten spelen wat voor een geoefend proever en brouwer soms niet heel moeilijk is.

Er zijn gisten die fruitige aroma’s geven, gaande van wit fruit voor blonde lichte bieren, tot banaan voor iets stevigere bieren en witbieren (dan denk ik zeker aan Westmalle, komt van het isoamylacetaat dat gevormd wordt tijdens de gisting) tot donker zoet fruit voor donkere bieren maar vaak geeft de gist ook een kruidige toets, denk maar aan een saison-stijl bier dat vol kruidnagel, komijn en koriander zit, allemaal afkomstig van de gist.

Die laatste wordt ook wel 4VG genoemd in biertaal (4 vinyl guaiacol), een verbinding die voor kruidigheid zorgt en vooral in veel abdijbieren ook voorkomt. In gepaste mate is dit gewenst en lekker maar in te geconcentreerde mate kan dat wel medicinaal en storend overkomen en krijg je ook geuren van gerookt vlees.

In voorgaande gevallen gaat het om bieren van hoge gisting. Bij lage gistingsbieren wordt een andere gist gebruikt die veel neutraler is en alle ingrediënten veel beter laat doorsmaken. Bieren van spontane gisting als lambiek geven de geur van paardenvacht en pels mee, iets waar veel mensen op afknappen maar eens je het leert drinken zitten daar echt boeiende bieren tussen die over de hele wereld geroemd worden. Bieren van gemengde gisting krijgen een aroma van azijnzuur of melkzuur mee.

kaneel, kardemom, kruidnagel en koriander zijn vaak gebruikte kruiden in bier
KRUIDEN

Er bestaat een hele resem aan kruiden en specerijen en het ene is al meer geschikt voor bier dan het andere. Kruiden kunnen toegevoegd worden op het einde van het kookproces maar even goed tijdens het lageren (dry spicing), die laatste geeft het meeste aroma maar dat kan niet met elk kruid. In sommige gevallen worden de kruiden in een essence opgelost en erbij gedaan vlak voor het bier op fles gaat.

De meest gebruikte kruiden in bier zijn koriander, curacao of sinaasappelschillen (zoete of bittere), komijn, kruidnagel, zoethout, vanille, kaneel, gember (als we dat als kruid mogen beschouwen), gagel, kardemom en steranijs. Vaak zit er echt maar een minimale hoeveelheid in want deze kunnen nogal snel gaan domineren.

ANDERE TOEVOEGINGEN

Naast de voorgenoemde ingrediënten zijn er nog vele andere ingrediënten die kunnen toegevoegd worden die het aroma kunnen gaan bepalen. Dan denk ik in de eerste instantie aan fruit zoals kersen, krieken, perziken, …

Maar de dag vandaag zien we een hele resem aan dingen die toegevoegd worden aan het bier, van gewone ingrediënten tot heel ongewone. Ingrediënten zoals porto, whisky, madeira, cognac tot houtsnippers, chocolade, koffie, esdoornsap, … die bepalen uiteraard sterk het aroma. Bier dat op vaten gerijpt wordt krijgt soms een houttoet mee, hoewel de vaten meestal al gebruikt zijn valt de houtindruk vaak goed mee. Nieuwere vaten geven bier een aroma van cederhout en vers geslepen potlood. Ook cacao kan wijzen op houtgebruik.

HET KAN OOK AL EENS MISLOPEN? MAAR HOE HERKEN JE DAT?

Fouten tijdens het brouwen kunnen al eens gebeuren tijdens het brouwproces, soms te wijten aan hygiëne of aan de ingrediënten of temperaturen die niet juist waren op het juiste moment.

Een fout die nogal eens durft voor te komen is niet echt aromatisch gerelateerd maar eerder op het zicht en dat is gushing, je hebt het misschien ooit wel al eens meegemaakt dat je een flesje opendoet en het bierflesje blijft maar overschuimen waardoor er amper bier overblijft. Dat kan ofwel liggen aan de slechte kwaliteit van graan, dat die vochtig was en/of schimmel bevatte, of een infectie door onzuiverheden of wilde gisten die erin geslopen zijn oftewel een teveel aan bottelsuiker in het bier terwijl nog niet alle suikers omgezet waren door de gisting als die al op fles gaat.

Andere off-flavours of fouten in bier zijn :

DMS (dymethylsulfide) te herkennen aan een geur van gekookte groenten zoals kool of erwten. Dit komt door het te traag afkoelen van het wort na het koken. H2S (Diwaterstofsulfaat) te herkennen aan een rotte eiergeur wat wijst op een fout tijdens het gisten. Ook SO2 of zwavel, te herkennen aan de geur van een lucifer wat in lichte mate wel gewenst is en bijvoorbeeld in pils heel vaak voorkomt. Diacetyl kan je dan weer herkennen aan de geur van boterbollen, vettig en wat ranzig dus.

Dit wordt veroorzaakt door de gist tijdens de hoofdgisting maar zakt normaliter gewoon af en verdwijnt dus terug uit het bier. Tenzij er te weinig gezonde gistcellen aanwezig zijn of de hoofdgisting te snel wordt onderbroken (door afkoeling of te vroeg beginnen lageren).

Dan is er ook nog Acetaldehyde, te herkennen aan de geur van groene appel. In Budweiser komt dit in kleine mate voor en vooral in jong bier. Acetaldehyde is in grotere mate giftig en ontstaat in de gisting maar wordt dan afgebroken tot alcohol. Een kater door overmatig alcoholgebruik komt trouwens grotendeels door de hoeveelheid acetaldehyde in het lichaam.. dus drink met mate!

Andere off-flavours komen minder frequent voor, behalve als je oxidatie mee telt, het bier krijgt een aroma van nat en muf karton en honing (tenzij je honingbier drinkt, dan is dat uiteraard normaal). En kattenpis kan ook, dat kmot dan omdat er teveel UV aan het bier is gekomen en de hop in het bier reageert daarop en vormt uiteindelijk een kattenpis of zelfs stinkdier geur.. niet bepaald aangenaam! Vandaar dat bier altijd in donkere flesjes zit (op corona na).

EN DAN EINDELIJK… TIJD OM TE PROEVEN!

Het leukste aan bier proeven is natuurlijk het drinken er van, en het voordeel (voor de meeste dan toch) bij bier proeven ten opzichte van wijn is dat je bij bier effectief moet inslikken, dit omdat je anders niet alle smaken, voornamelijk bitters, kan waarnemen omdat er achteraan de keel ook nog receptoren zitten. Bij wijn merk je alles wat nodig is al in de mond en kan je dus gewoon uitspugen.

Het nadeel van dat inslikken is natuurlijk dat je smaak (en jouw aandacht en hersenen misschien ook wel) na enkele bieren al iets minder scherp zal/zullen zijn dus met mate is de boodschap.

Dat er 5 basissmaken zijn hoeft niet meer uitgelegd te worden zou ik denken. Zoet, zuur, zout, bitter en umami zijn de smaken die onze tong en deels onze keel waarnemen. Vroeger hebben ze je waarschijnlijk een tekeningetje getoond van een mond en tong en waar je welke smaak detecteert maar dat is ondertussen al lang achterhaald. Smaakreceptoren zitten over heel de tong en we proeven elke smaak overal.

de oude interpretatie van smaakzones klopt niet

Bij het ene bier komt een smaak sterker door dan bij een ander dus ook hier kan je quoteren van 0-8, van afwezig tot dominant. Verderop het artikel gaan we verder in op elke smaak en geef ik je ook een paar voorbeelden van bieren die echt een 8 zijn en bieren die eerder een 2 zijn, als referentie. De ene persoon is gevoeliger voor bitter bijvoorbeeld dan een ander dus is een referentiepunt handig.

MONDGEVOEL

Voor we verder ingaan op de smaken eerst nog wat over het mondgevoel want elk bier voelt anders aan, parelt harder, voelt steviger aan, …

CO2 GEWAARWORDING

Het ene bier is hoger gesatureerd dan het andere en bevat dus meer of minder koolzuurgas. Veel hangt af van hoe droog de brouwer zijn bier wil laten overkomen. Een tripel wordt bijvoorbeeld vaak hoger gesatureerd om de alcohol iets minder te laten doorschijnen én om hem niet té zoet te laten smaken. CO2 prikkelt de tong en bijna de gehele mond en doet uiteindelijk je maag opblazen. Dit kan je gaan aanduiden als zwak (vaak zware zoete donkere bieren), matig (pils en de meeste bieren) of sterk (Duvel bijvoorbeeld).

VOLMONDIGHEID

Bier kan heel waterig aanvoelen maar even goed bijna als olie, we hebben het hier dus over de body van een bier. Als het echt dun, fris en waterig smaakt (denk maar aan een Hoegaarden) duid je dun aan, een doorsnee bier kan je als gematigd aanduiden en een zoetere, zware barleywine, zoetere stout of bieren waaraan lactose werd toegevoegd als dik.

ASTRINGENTIE

Bij het bier proeven ga je bittere smaken proeven, een van de voornaamste smaken. Maar soms kan het al eens gebeuren dat een bier wrang bitter smaakt. Oorzaken daarvan kan zijn een te hoge Ph waarde, bepaalde hopsoorten of oude hop maar ook de moutsoorten, sterk gebrande mouten krijgen namelijk een wrange gebrande smaak en dat is ook de reden dat er niet te veel van gebruikt mag worden. Aanduiden kan met afwezig, licht aanwezig en heel aanwezig.

ALCOHOL

In elk bier zit alcohol, enfin quasi elk bier. Deze word je gewaar in je hele mond en geeft je een mondwarmend gevoel. Het is dan aan jou om er op te plakken als er veel of weinig gewaarwording is. Je zou dit kunnen doen door zwak, matig of sterk te doen maar beter is om dit met een cijfer van 0-8 aan te duiden, gezien het feit dat bieren al snel van een 3-tal procent tot 13 en meer gaan en bij het ene bier zit dit al beter omhuld. Een Paix Dieu Tripel vind ik persoonlijk nogal sterk alcoholisch smaken en die zou ik 7-8 quoteren terwijl een Westvleteren 12 eerder een 6 krijgt. Laat je dus niet misleiden.

DE SMAKEN

Na het mondgevoel gaan we voor de smaken, wat we dus hoofdzakelijk op onze tong en in onze keel waarnemen.. Zoet, zuur, zout, bitter en umami! Die smaken worden door de manier van brouwen maar ook door de hop en mouten bepaald. De smaak quoteren we zoals het aroma en de alcoholgewaarwording op een schaal van 0 tot 8. Van niet merkbaar tot heel dominant, een tip is om niet té hoog te quoteren want voor je het weet komt je een bier tegen met nóg een sterkere smaak.

ZOET
bron: shutterstock

Zoet kent iedereen wel, een smaak dat in veel bieren voorkomt maar in goede bieren steeds moet gebalanceerd zijn of toch ook andere smaken moet bevatten zoals zuur of bitter.

Een bier met 0 aan zoetheid bestaat praktisch niet, maar een oude geuze van Timmermans bvb. kan perfect een 1 krijgen terwijl een Kriek max of hele zoete melkstout bieren een 7 scoren.

ZUUR

Zuur komt in bepaalde bierstijlen als geuze, goose, roodbruin of bepaalde fruitbieren sterk voor. Waar we bij zoet de oude geuze van Timmermans als voorbeeld voor een 1 quotering gaven is dit het voorbeeld voor 8 en een zoete melk stout als voorbeeld voor 0.

Bier kan door een infectie ook wel zuur gaan smaken, dit door slechte hygiëne, wat niet de bedoeling is uiteraard.

ZOUT
bron : culy.nl

Zout zit in quasi elk bier, dit door het brouwwater dat gebruikt wordt maar dat komt er eigenlijk nooit door in het aroma of de smaak. Behalve dan bij gose, een bierstijl waarin al eens een goede dosis zout gebruikt wordt. Ook bij pils of hele lichte bieren kan zout licht naar voor komen. 0 geldt voor vele bieren, 2 voor pils en 8 voor een salted gose.

BITTER
bron : wikipedia

Een smaak die in veel bieren terugkomt is bitter, voornamelijk afkomstig van de hop maar ook deels door de mouten. Hoe bitter een bier is hangt af van de hopsoort maar vooral van de hoeveelheid en ook door gebrande mouten die een koffiebitter kunnen geven. De hopbitter wordt in IBU (International Bitter Unit) uitgedrukt, van 5 voor een geuze over 15 voor een pils tot wel 120 of meer voor een sterke IPA.

Bieren die met een 0 gequoteerd kunnen worden zijn geuzes omdat hier overjaarse hop gebruikt wordt met nog amper bitterstoffen. Imperial ipa’s met bitterheden tot 120 IBU kan je gerust quoteren als 8.

UMAMI
bron : ahealthylife.nl

Dan die laatste en misschien minst gekende smaak.. umami! Een voorbeeld van die smaak is bouillon, zeewier of blauwgeaderde kaas. Dingen die je eigenlijk zelden in bier tegen komt dus over het algemeen wordt dit met 0 gequoteerd. Er zijn bieren zoals een oesterstout of met andere toevoegingen die wel die hartige smaak lichtjes hebben dus die kunnen al een hogere score krijgen.

MONDAROMA’S

Aroma is vooral wat we ruiken met de neus maar ook bij het bier proeven komt dat aroma soms ook in de mond terug.
Uiteraard ruiken we niets met onze mond maar door het walsen van het bier in de mond en het opwarmen ervan verdampen die esters en bereiken die zo onze neus. In vaktaal zeggen we daar de retro olfactieve aroma’s tegen.

In het vakje van de smaak bij de aroma’s kan je hier dan ook een quotering van 0-8 geven.

DE PROEFFICHE

Al die droge theorie kan je nu gaan omzetten op een proeffiche, leuk om bij te houden om te kijken welke bieren je hoe gequoteerd hebt. Download ze gerust en ga maar aan het proeven!


Delen op facebook!

Alle andere bierartikels kan je hier terugvinden.

Aanbevolen artikelen

Een reactie achterlaten

Dit foutbericht is alleen zichtbaar voor de WordPress beheerders

Fout: geen feed gevonden.

Ga naar de Instagram feed instellingenpagina om een feed te maken.